top of page

...

Het hotel vormt een halve maan en, in zijn centrum, staat een deur wijd open: Wael kijkt omhoog, zijn ogen lichten op en met een snelle beweging komt hij naar mij met open armen.

Hij geeft me een knuffel die me zozeer verbaasd dat ik mijn lach niet kan verbergen. 

 

Hij geeft me de sleutel: een kamer op de verdieping.

Ik heb eigenlijk ruime keuze, want op dit moment ben ik de enige gast.

Ik open de deur.

​

Mijn ademhaling stopt, een rilling loopt door mijn hele lichaam.

Iets in me beeft, mijn ogen worden wazig.

Wat ik voel is niet te beschrijven.

Het is een energie van liefde en zorgzaamheid waarmee iedereen mij hier verwelkomt.

Ik kan het nauwelijks ontvangen, ik voel me overweldigd.

Totdat ik mijn armen open, inadem en mij door dankbaarheid laat zegenen!

​

 

De volgende dag vertrek ik met Souliman, Mohammed en Ibrahim.

We rijden in de Toyota jeep naar een plek die Mohammed gekozen heeft,

naar de Gazella Vallei, waar de 4x4 op zandduinen lijkt te zweven.

​

 

We stoppen bij "Camel-point" , waar we de onvermijdelijke thee drinken. 

De bedoeïen met een onbegrijpelijke naam lijkt met de tijd te hebben stilgestaan.

Zijn gezwollen handen en voeten weerspiegelen een ruig leven, in fel contrast met de zachtheid van zijn stem en van zijn ogen.

​

Mijn geoefende blik valt al snel op zijn dieren: geiten en kamelen in verbazend goede gezondheid en zeldzame maar typische honden van de woestijn, Saluki’s.

​

Ik deel erover met hem en hij vertelt me over de kwaliteit van het voedsel van de woestijn: ik ben nog meer verbaasd omwille van het schijnbaar gebrek aan gras of andere vegetatie.

​

We krijgen van hem water en gaan naar ons eerste kamp, in de buurt van de "Closed-canyon" in een kleine vallei, dat eindigt op een vlakke ruimte met een omtrek van een paar honderd meter, omgeven door steile kliffen.

​

Ibrahim en Souliman helpen ons met het uitladen van onze spullen en gaan.

De auto verdwijnt,

Mohammed zit naast me.

Oorverdovende stilte. We kijken elkaar aan zonder woorden.

 

En dan delen we, van hart tot hart, een intiem gesprek, open, direct, van man tot man.

Gevoel van op de juiste plaats met de juiste persoon te zijn.

De tijd en de dagen gaan langzaam voorbij. Precies zoals ik wilde.

Ik kampeer op de top van een duin, tegen de rotsen. Mohammed blijft in de buurt van het kamp, die ook dienst doet als keuken en opslagplaats. We hebben zo elk onze privacy, die Mohammed regelmatig gebruikt voor zijn gebed en ik om op mijn manier te mediteren.

Elke dag voelt als een geschenk aan.

 

Op een dag vraagt Mohammed mij voor een wandeling naar Hodra ("Ein Khodra" om helemaal precies te zijn):

​

"Ik heb iets voor jou dat je waarschijnlijk nog niet gezien hebt."

En inderdaad, kort voor onze aankomst aan de oase, volgen we een onopvallende zijweg, kronkelend tussen de rotsen. Ik beleef plezier als een kind om te springen van de ene rots naar de andere. En ik waardeer de onopvallende waakzaamheid van Mohammed: Ik voel zijn blik op mij, klaar om in te grijpen. Hij kent ook mijn panische hoogtevrees en op geen enkele moment zal hij mij ermee confronteren.

En op het einde van de weg… whaaaaa!

Veelkleurige kliffen, indrukwekkend!

En ik draai me naar de vallei onderaan.

​

Mohammed heeft meteen gevoeld hoe dit alles mij raakt en hij verdwijnt, waardoor ik alleen kan genieten.

​

Mijn ogen zijn wijd open, ik ruik, ik luister naar de stilte, ik proefde de lucht. Mijn zintuigen staan op scherp.

Ik zit, ik vlieg.

 

We vervolgen onze weg naar de oase.

Bij aankomst, merk ik hoe alles nu schoon is. Maar er is bijna niemand.

Het kleine, vierkante zwembad onder de bladeren van de dadelboom lijkt te knipogen, maar ik pas. Ze is de getuige van de rijkdom van deze plek: een bron in een kleine grot.

Ik ga naar het kleine vuur waar de thee de hele dag klaar blijf staan.

​

Een oudere man kijkt me doordringend aan.

Mohammed fluistert: geef hem wat tijd, hij zoekt in zijn geheugen.

Hij is de man naar wie iedereen luistert, de bewaker van de plaats, van de ongeschreven afspraken, van de vrede, van de traditie: Sjeik Saba.

Daarna spreekt hij:

'Ik herken je, enkele maanden geleden sliep je in de woestijn met je vriendin niet ver van hier.

​

Je bent "Aatoi " (dit is mijn mijn bedoeïenennaam)

Ik voel me thuis.

​

De volgende dag ontmoet ik opnieuw Sjeik Saba, zijn zoon Mohamed en Gazelle, zoon van een andere beroemde, maar overleden sjeik. Ze staan aan de rand van de vallei.

Sjeik Saba vertelt dat hij 10 jaar geleden het idee kreeg een lange waterleiding te leggen naar een plaats waar hij een moestuin wilde maken. Maar tot nu toe gebeurde het niet.

Grappig idee om zo ver te gaan om een tuin in de woestijn te maken: Ik heb hier nog veel te begrijpen.

Ik bied hen mijn hulp aan na de lunch.

En het antwoord is een spontaan ja, alsof ik dit al jaren met hen doe.

De tijd en de dagen gaan langzaam voorbij. Precies zoals ik wilde.

Ik kampeer op de top van een duin, tegen de rotsen. Mohammed blijft in de buurt van het kamp, die ook dienst doet als keuken en opslagplaats. We hebben zo elk onze privacy, die Mohammed regelmatig gebruikt voor zijn gebed en ik om op mijn manier te mediteren.

Elke dag voelt als een geschenk aan.

 

Op een dag vraagt Mohammed mij voor een wandeling naar Hodra ("Ein Khodra" om helemaal precies te zijn):

​

"Ik heb iets voor jou dat je waarschijnlijk nog niet gezien hebt."

En inderdaad, kort voor onze aankomst aan de oase, volgen we een onopvallende zijweg, kronkelend tussen de rotsen. Ik beleef plezier als een kind om te springen van de ene rots naar de andere. En ik waardeer de onopvallende waakzaamheid van Mohammed: Ik voel zijn blik op mij, klaar om in te grijpen. Hij kent ook mijn panische hoogtevrees en op geen enkele moment zal hij mij ermee confronteren.

En op het einde van de weg… whaaaaa!

Veelkleurige kliffen, indrukwekkend!

En ik draai me naar de vallei onderaan.

​

Mohammed heeft meteen gevoeld hoe dit alles mij raakt en hij verdwijnt, waardoor ik alleen kan genieten.

​

Mijn ogen zijn wijd open, ik ruik, ik luister naar de stilte, ik proefde de lucht. Mijn zintuigen staan op scherp.

Ik zit, ik vlieg.

 

We vervolgen onze weg naar de oase.

Bij aankomst, merk ik hoe alles nu schoon is. Maar er is bijna niemand.

Het kleine, vierkante zwembad onder de bladeren van de dadelboom lijkt te knipogen, maar ik pas. Ze is de getuige van de rijkdom van deze plek: een bron in een kleine grot.

Ik ga naar het kleine vuur waar de thee de hele dag klaar blijf staan.

​

Een oudere man kijkt me doordringend aan.

Mohammed fluistert: geef hem wat tijd, hij zoekt in zijn geheugen.

Hij is de man naar wie iedereen luistert, de bewaker van de plaats, van de ongeschreven afspraken, van de vrede, van de traditie: Sjeik Saba.

Daarna spreekt hij:

'Ik herken je, enkele maanden geleden sliep je in de woestijn met je vriendin niet ver van hier.

​

Je bent "Aatoi " (dit is mijn mijn bedoeïenennaam)

Ik voel me thuis.

​

De volgende dag ontmoet ik opnieuw Sjeik Saba, zijn zoon Mohamed en Gazelle, zoon van een andere beroemde, maar overleden sjeik. Ze staan aan de rand van de vallei.

Sjeik Saba vertelt dat hij 10 jaar geleden het idee kreeg een lange waterleiding te leggen naar een plaats waar hij een moestuin wilde maken. Maar tot nu toe gebeurde het niet.

Grappig idee om zo ver te gaan om een tuin in de woestijn te maken: Ik heb hier nog veel te begrijpen.

Ik bied hen mijn hulp aan na de lunch.

En het antwoord is een spontaan ja, alsof ik dit al jaren met hen doe.

De volgende dag, zegt Mohammed dat het programma van onze laatste dag een beetje veranderd is: we gaan in de oase lunchen en dan mag ik alleen de "Camel-Path"op.

Ik lach een beetje omdat het woord programma hier nogal raar klinkt.

​

En zo, terwijl het brood wordt bereid en zittend in de oase, herinner ik mij opeens de arend.

Ik vraag de sjeik Saba of ik hem mag begraven.

Met zijn akkoord en met de adelaar in mijn handen ga ik op zoek naar de plek om hem te begraven.

​

Mijn blik valt op een rotspunt met uitzicht op het dorp, met een paar meter onder hem, een langgerekte zandduin.

Ik klim en begraaf hem. Van daaruit zal hij met zijn scherpe zicht over de oase Hodra waken.

Hodra, wat betekent "het Oog".

En dat is precies wat me naar deze plaatsen brengt:

mijn wens om mijn derde oog te voelen,

te connecteren met mijn intuïtie,

de stem van de woestijn horen,

een stem die authentiek spreekt, die me vertelt wat ik nu moet horen.

 

Ik nodig je uit om je stem, ‘the Voice of the Desert’, te komen horen.

​

Welkom!

bottom of page